De verhouding koolstof tot stikstof (C/N ratio) wordt vaak gebruikt. Het geeft aan in hoeverre beide elementen zich tot elkaar verhouden. Doorgaans is er meer koolstof dan stikstof aanwezig in bijvoorbeeld organische reststromen. Bij een lage C/N verhouding van bijvoorbeeld 1:1, zal er relatief veel stikstof vrijkomen bij de afbraak van organische stof. Bij een hoge C/N ratio, bijvoorbeeld 30:1, zal er minder stikstof vrijkomen bij afbraak.

Organisch materiaal bestaat voor een groot deel uit koolstof (C) en stikstof (N). Bodemorganismen hebben beiden nodig voor ontwikkeling, maar wel in de voor dat organisme benodigde verhouding. Stro kent bijvoorbeeld een C:N van 80:1. Dit betekent dus dat er relatief weinig stikstof vrijkomt bij afbraak en bodemorganismen voor de afbrak van het stro aanvullende bronnen van stikstof zullen moeten aanspreken,  waardoor er minder stikstof beschikbaar is voor het gewas. Bij toediening van organische mest is het daarom van belang om rekening te houden met de C/N ratio.