Aanleiding
De vermeerdering van de meeste bol-en knolgewassen gaat traag, waarbij ziekten eenvoudig van bol naar bol kunnen worden overgedragen, bovendien is het arbeidsintensief. De huidige veredeling en vermeerdering van bol- en knolgewassen verloopt traag waardoor het bijv. bij hyacint en tulp als snel 20-25 jaar duurt voor een nieuwe cultivar in voldoende aantallen op de markt komt. Alleen bij lelie zorgt weefselkweek en schubben voor een goede snelle vermeerdering waardoor snelle vernieuwing van het sortiment mogelijk is.
Hyacinten kunnen alleen vermeerderd worden door de groeipunt in de bol te vernietigen, waarna nieuwe bolletjes zich ontwikkelen. Bij deze wijze van vermeerderen worden door de hol- en snijmessen tijdens het, met de hand of machinaal, hollen en snijden, de belangrijke bacterie ziekten witsnot, agressief snot en geelziek eenvoudig verspreid, waardoor de nieuwe generatie bollen (deels latent) besmet raakt. Voor tulp is er nu geen goede snelle vermeerderings wijze beschikbaar. Beperkte mogelijkheden zijn er d.m.v. een temperatuur behandeling:“stukstoken”. Bij narcis wordt parteren van bollen beperkt toegepast. Bij narcis is bij parteren een bolontsmetting noodzakelijk om te voorkomen dat alles uitvalt. Dahlia en vaste planten worden vermeerderd door o.a. scheuren of stekken.
Plan van aanpak IDC Bollen & Vaste planten
Binnen deze Business case wordt er gekeken of het mogelijk is een methode te vinden om de groeipunt in de bol, knol of plant deels of geheel te vernietigen, zonder dat er verspreiding van ziekten kan plaats vinden. Doel is om minimaal twee methoden uit te testen op hyacint, narcisen/of tulp. De voorkeur gaat uit naar methoden die werken op basis van ultrasone golven (vergelijk de niersteenvergruizer of het wegsmelten van vetcellen), laser of temperatuur/stroom. Bekeken wordt of de methode in staat is alleen de groeipunt (de spruit) geheel of deels te vernietigen en of daarbij de bol wordt aangezet tot aanleg van nieuwe bolletjes.
Bij gebleken mogelijkheden wordt of worden de beste methoden in een vervolgproject verder uitgewerkt en wordt gezocht naar mogelijkheden voor perfectionering, toepassingswijze, toepassingstijdstip, automatisering enz. en wordt nagegaan bij welke gewassen dit mogelijkheden biedt.
Resultaten
Er is overleg geweest met Philips Eindhoven die ons in contact bracht met Aeson in Huizen. Van dit bedrijf kregen we de mogelijkheden om met hun Ultrasoon apparatuur enkele methoden te testen. Verschillende variaties in snijden, prikken en alleen met de bolbodem contact maken, werden getest op hyacint, narcis en tulp. Met snijden en prikken kan de spruit in de bol in principe vernietigd worden en werd ook een reactie van de bol waargenomen. Bij hyacint werd een beperkte aanleg van klisters waargenomen. Doordat het tijdstip (november) niet optimaal was werd ook geen optimaal resultaat verwacht, maar het principe van de spruit vernietigen en daardoor aanleg stimuleren van klisters werkte wel. Het vernietigen van de spruit lukte lang niet altijd voldoende. Geelziek bacteriën bleven echter te lang in leven op de apparatuur. Verdere verbetering van het resultaat en de juiste werkwijze met ultrasoon snijden zou nog veel onderzoek vergen. Daarnaast werd gewerkt met een verhitte pin, maar hierbij was het effect variabel en ging soms ook gepaard met te veel schade. Bij narcis en tulp waren de effecten van de behandelingen variabel en werd geen effect op de vermeerdering waargenomen. Later is nog contact geweest met een ander bedrijf die werkt met ultrasone toepassingen (Branson te Eemnes).
Bij onderzoek naar de bestrijding van trips bij hyacint door een CATT-behandeling (Controlled Atmosphere Temperature Treatment), werden door één van de behandelingen bij één van de twee cultivars leverbare bollen, alle spuiten vernietigd waardoor 100% bosjesplanten ontstonden. Dit zou een alternatieve behandeling kunnen zijn die past binnen het doel van dit project: een snelle eenvoudige behandeling waardoor vermeerdering optreedt, zonder dat versmering van ziekten plaatsvindt. Nagegaan wordt of deze behandeling nader onderzocht kan worden.
Looptijd: eind 2014 - half 2015
Uitvoering: Cees Hoogervorst en PPO Bollen en Wageningen FBR