Businesscase
Het gewas hyacint heeft te maken met enkele grote uitdagingen om de kwaliteit en daarmee de marktpositie van hyacinten op peil te houden. Zo ontstaat er in de sector jaarlijks veel schade door Erwinia (Tegenwoordig benoemd als Pectobacterium carotovorum subsp. carotovorum). Erwinia-bacteriën laten bollen verrotten, waarbij de bol leeg loopt en waar veel stank bij optreedt. Vandaar dat het bestuur van de productgroep Hyacint een extra impuls wil geven aan onderzoek om de problemen met Erwinia te verminderen, naast de vele maatregelen die momenteel al door het vak worden genomen om de aantasting te beperken.
Bij de hyacinten spelen twee types Erwinia (agressief snot (Dickeya sp.) en witsnot (Pectobacterium carotovorum subsp. carotovorum) die qua bestrijding en omvang van schade van elkaar verschillen. Visueel is het onderscheid veelal niet te maken. Voor een goed onderscheid tussen beide types is nu een tijdrovende (dagen) en dure laboratoriumtest (ca €175) noodzakelijk. Een dipstick die aangeeft of Dickeya (agressief snot) verantwoordelijk is voor de rotting van de bol, zou door het bedrijf zelf kunnen worden uitgevoerd. Deze geeft snel een uitslag en de kosten liggen veel lager (ca €10). De eerste resultaten zijn veelbelovend, maar vragen nog het nodige onderzoek en uittesten op bedrijven alvorens ze voor de praktijk beschikbaar zijn. Een ander type dipstick zou ook aan kunnen geven welke Dickeya aanwezig is en of er ook Pectobacterium in zit. Deze dipstick zal wel duurder zijn.
Plan van aanpak IDC Bollen & Vaste planten
Doe-het-zelf test kits bestaan al geruime tijd, en niet alleen als zwangerschapstest zoals te koop bij de drogist. Er worden al jaren dipsticks verkocht om plantenziekten aan te tonen. Een recent voorbeeld is die, verkocht door PRIME Diagnostics om een bacterieziekte in Prunus (Xanthomonas (Xap) in laurierkers aan te tonen: de Xap-LFD kit die ontwikkeld is in samenwerking met PPO. Deze tests zijn gebaseerd op zg. antistoffen die specifiek het pathogeen herkennen.
Er zijn 2 dipsticks die verschillen in hetgeen ze aan kunnen tonen, in wijze van toepassing en in kosten. Er is een eenvoudige (serologische) test die alleen Dickeya soorten aantoont, dus aan geeft of het agressief snot is of niet. En een andere (DNA) die ook aan kan geven welke soort Dickeya het betreft en of er ook Pectobacterium er in zit. Dit laatste is voor de ondernemer vaak van minder belang, maar kan wel van belang zijn bijvoorbeeld bij vraagstukken over de herkomst van een besmetting en geeft meer zekerheid over de oorzaak en is mogelijk gevoeliger.
Binnen dit nieuwe innovatie traject willen we kijken of het mogelijk is een dipstick te ontwikkelen die betrouwbaar, snel en goedkoop aangeeft wat de oorzaak is van een bol die verrot door Erwinia. Met deze dipstick kunnen ondernemers (telers, broeiers én handel) zelf bepalen welk type Erwinia (agressief snot = Dickeya of witsnot =Pectobacterium) aanwezig is. Vervolgens kan de ondernemer een bewuste keuze maken voor de maatregelen die genomen dienen te worden om de aantasting en daarmee de schade te voorkomen of te beperken. De uitslag kan voorkomen dat risicopartijen bijvoorbeeld de droogverkoop in gaan en bij de handel, winkel en consument terecht komen en daar mogelijk voor veel schade zorgen. In dit onderzoek worden uiteindelijk een type dipstick getest op gevoeligheid en bruikbaarheid, samen met de praktijk.
Stand van zaken - november 2014
Als er een snotbol bij hyacinten wordt gevonden is het belangrijk te weten of het agressief snot is, dat veroorzaakt wordt door de bacterie Dickeya. Door Wageningen UR Food & Biobased Research is in samenwerking met PPO een dipstick ontwikkeld die snel aangeeft of Dickeya in de snotbol aanwezig is. Er is een protocol met een dipstick ontwikkeld dat in juli aan bestuursleden van de KAVB productgroep Hyacint is gedemonstreerd. Dit protocol vereist nog wel enige laboratoriumkennis en apparatuur maar geeft wel een uitslag na ca 15 minuten. De dipsticks zijn de afgelopen maanden getoetst op betrouwbaarheid op PPO door monsters snotbollen zowel met de dipstick als met PCR te toetsen. Daarnaast is ook naar de gevoeligheid van de dipstick gekeken in vergelijking met de PCR –toets. De resultaten geven aan dat als er Dickeya in de verse snotbol zit de dipstick dit ook aantoont. Ook bleek dat de dipstick werkte met enkele andere bolgewassen, maar dat zou nog vaker moeten worden getest om zeker te zijn dat dat altijd goed gaat. Ook bij verdunning, bijvoorbeeld een mix van 1 bol met Dickeya en 9 gezonde of witsnotbollen werd Dickeya aangetoond. De PCR-toets is wel gevoeliger dan de dipstick. Bij een uitgedroogde snotbol werd Dickeya niet met de dipstick aangetoond maar nog wel zwak aangetoond door de PCR-toets.
De dipstick gaat bij Diagnostiek van PPO worden gebruikt, waarbij de uitslag sneller beschikbaar is voor de teler en ook tegen aanzienlijk lager tarief dan de PCR-toets. Het huidige protocol met de dipsticks is nog niet geschikt voor toepassing door de telers zelf, vonden ook de telers. Er wordt nog nagegaan wat de mogelijkheden en kosten zijn om die stap te maken waarbij de toets wel op de bedrijven kan worden toegepast.
Resultaten zijn te vinden via: GroenKennisnet, dit artikel of dit rapport.
Looptijd: begin 2014 - half 2015
Uitvoering: Kavb, PPO Bollen en Wageningen FBR
Contact: WUR Glastuinbouw en Bloembollen