Bodemstructuur wordt soms beoordeeld door middel van de verhouding tussen calcium en magnesium. Bij veel calcium in de bodem is er veel zuurstof aanwezig en zal de bodem losser zijn. Dit komt omdat calcium grotere moleculen vormt met een kleine waterlaag er omheen. Bij veel magnesium in de bodem zal de bodem en stuk compacter aanvoelen. Dit komt omdat magnesium kleinere moleculen vormt met een grotere waterlaag eromheen.
Een juiste verhouding tussen deze twee elementen kan een gewenste structuur als resultaat geven. Over het algemeen wordt een verhouding (Ca:Mg) van 1:3 gevonden op zandgronden en 1:7 op kleigronden. Een goede bodemstructuur heeft zijn voordelen op de ‘leefbaarheid’ van verschillende bodemorganismen, wat weer positieve invloed heeft op de opbrengst en kwaliteit. (Meer info in dit artikel van Ekoland)